Joris is dol op de grote vakantie. Niet dat hij dan op vakantie gaat, maar zijn klasgenoten gaan dat wel. Joris kan dan rustig over straat zonder dat er op hem gereageerd wordt. Geen gelach, geen scheldkanonnades, niets van dat alles. Joris laat in de vakantie zijn fantasie de vrije loop. Joris fantaseert dan over verre landen, oerwouden en oorlogen terwijl hij door het park loopt. Meestal gaat hij dan naar het prieeltje in de buurt van de vijver in het park. Daar droomt Joris dan over de Duitsers die aan willen vallen en dat hij op de uitkijk staat, of dat hij een jager is die een olifant gestroopt heeft voor ivoor en op de vlucht is voor de Keniaanse boswachterij.
Maar vandaag regent het en is de pa van Joris niet lekker: ‘longontsteking,’ zei de dokter. Pa hoest en proest en moet antibiotica slikken. Joris fantaseert dat hij Derek Shepherd van ‘Grey’s Anatomy’ is en dat pa een patiënt is wiens hersenen geopereerd moeten worden. Joris kriebelt in het haar van pa om te kijken waar hij een gaatje in het hoofd van ‘zijn patiënt’ kan boren. Joris legt zijn pa uit dat hij liposuctie moet doen in het hoofd van pa. ‘Liposuctie’ is het enige moeilijke dokterswoord dat Joris kan uitspreken. ‘Is goed dokter,’ antwoordt de pa van Joris amechtig, ‘maar kunt u eerst nog een kopje soep voor me opwarmen?’
Pa is weer beter en Joris is buiten aan het spelen. In het park ziet Joris zijn vader met een prikker zwerfafval opruimen; de pa van Joris moet vrijwilligerswerk doen, want het park moet netjes zijn voor het weekend. Joris fantaseert dan dat pa een wetenschapper is die bodemonderzoek doet naar schaliegas voor de minister. Natuurlijk is Joris dan zijn assistent.
Joris heeft een fijne vakantie gehad, alleen vond hij het een beetje jammer dat hij alleen denkbeeldige vriendjes had deze zomer. Joris vertelde pa dat hij blij was dat hij weer naar school ging en zijn vriendjes weer kon zien. Pa vond dat fijn om dat te horen. Pa wist ook dat Joris geen vriendjes had op school omdat de juf pa daarover had gewaarschuwd. Maar de pa van Joris kon weinig doen dan er een beetje verdrietig over zijn. Als Joris dat had geweten had hij vast meer vriendjes gehad.