Op nieuwjaarsdag ging Joris op de fiets naar oma. Niet met de bus, want volgens de lieve pappa van Joris was die voor watjes en was er geen geld. Gelukkig was het die ochtend rustig weer. Toen Joris na een uurtje fietsen bij oma arriveerde, gelukkig nieuwjaar! riep en oma een knuffel gaf, stonden de pinda’s-in-de-dop al klaar.
Oma en Joris aten op nieuwjaarsdag altijd pinda’s in de dop. Joris met een glaasje rode Exota, oma met een glaasje Zwarte Kip advocaat met Klop Klop. Zwijgzaam zaten oma en Joris te knabbelen en keken ze naar het schansspringen in Garmisch-Partenkirchen.
Opeens kreeg oma het benauwd en werd ze bleek. Joris schrok en wist niet wat te doen. De oma van Joris ging staan en maakte rare piepgeluiden. Joris had zichzelf ook wel eens verslikt maar dit was toch wel heel erg. Voor de heimlichmanoeuvre was Joris nog te klein, bovendien had Joris nog nooit van Heimlich gehoord en was manoeuvre een te moeilijk woord voor hem.
Toen oma dood op de vloer lag wist Joris niet wat te doen. Joris besloot zich eerst maar te verstoppen, bang als hij was dat men zou gaan denken dat hij oma vermoord had. Maar na een tijdje kreeg Joris honger en besloot hij maar naar huis te fietsen. Toen Joris eenmaal thuis was besloot hij zijn band leeg te laten lopen en net te doen alsof hij een heel stuk had gelopen en nooit bij oma geweest was door zijn lekke band.
Na de begrafenis van oma was er een receptie. Op iedere tafel stonden pinda’s-in-de-dop in kleurige schaaltjes, naast de glaasjes met sigaretten en sigaren. Alle grote mensen kregen een Zwarte Kip advocaatje met Klop Klop, voor de kinderen was er Exota, in de kleuren rood, wit, bruin, groen en geel. Joris voelde dat hij geen verdachte was en om dat zo te houden dronk Joris een glaasje witte Exota en liet hij de pinda’s staan en dat heeft zijn vruchten afgeworpen; Joris is nog steeds een vrij man.