Archief voor september, 2014

Oma’s betoverde koektrommel

Geplaatst: 30 september, 2014 in Fictie

Het huis van oma was oud en rook vreemd. Oma rook ook vreemd. Niet zoals moeder naar parfum en haarlak, maar naar Sunlightzeep en kamfer. Het was altijd schemerig in het huis van oma. Oma had altijd de luiken voor de ramen dicht. ‘Vanwege mijn migraine,’ zei oma desgevraagd. De stem van oma kraakte, de schommelstoel van oma kraakte, de houten vloer kraakte; als je goed luisterde kon je het hele huis horen kraken.

Een keer per maand gingen moeder en ik bij oma op bezoek. We dronken dan thee met een koekje uit de trommel die op de tafel stond. Iedere keer vertelde oma hetzelfde verhaaltje over haar koektrommel: ‘De koektrommel is een tovertrommel, iedereen die na 12 uur ’s nachts een koekje probeert te snoepen uit de trommel zal verdwijnen en nooit weer terugkeren.’

Toen ik een weekend bij oma mocht blijven logeren besloot ik mijn kans te grijpen en een koekje na twaalf uur ’s nachts uit de koektrommel te stelen. Ik moest om zeven uur naar bed van oma en het viel lang niet mee om wakker te blijven tot twaalf uur. Ik telde de slagen van oma’s pendule; acht keer… negen keer… tien keer… elf keer… Eindelijk sloeg de sloeg de pendule twaalf.

Ik sloop naar beneden. In het donker kraakte oma’s huis harder dan ooit. Oma was een beetje hardhorend dus ze zou vast wel doorslapen ondanks het gekraak. In de woonkamer zag ik de koektrommel glinsteren in licht waarvan ik niet wist waar het vandaan kwam. Eindelijk kon ik  de deksel van de koektrommel opendoen.

Toen ik in de koektrommel voelde merkte ik dat hij leeg was. Bovendien was de koektrommel bodemloos. Ik werd door een onzichtbare hand in de koektrommel getrokken. De deksel van de koektrommel sloeg dicht. Ik voelde hoe ik heen en weer werd geslingerd als in een wervelstorm. Toen alles voorbij was kon ik me niet bewegen laat staan geluid maken. Roerloos moest ik in het duister van de gesloten koektrommel afwachten wat er zou gaan gebeuren.

Toen oma die ochtend wakker werd was ze allang vergeten dat ik bij haar logeerde.  Ze maakte haar ontbijt en ik kon horen hoe ze door de kamer scharrelde, de afwas deed en zich met meer van dat soort huishoudelijke dingen bezighield. Ik hoorde de fluit van de ketel; oma was een kopje thee aan het zetten. In zichzelf pratend ging oma aan de tafel zitten en deed ze de deksel van de koektrommel open. ‘Oma!’, wilde ik roepen maar ik kon geen geluid maken.

Oma deed een graai in de koektrommel en bevrijdde mij uit mijn benarde positie. Oma deed haar mond open en ik kon de misselijkmakende geur van verrotte tanden, een slecht gepoetst kunstgebit en oud speeksel ruiken. Ik keek oma nog even recht aan alvorens ze een eind aan mijn jonge leven maakte. ‘Die ziet er lekker vers uit,‘ zei ze nog tegen me alvorens ze mijn hoofd afbeet en het licht bij mij uitging.

 

Een damestrol met harige borsten

Geplaatst: 28 september, 2014 in Fictie

Ik strekte mijn arm zover ik kon onder het bed om het doekje waarop mijn kwak van voor het slapengaan gedeponeerd was. Ik kon er niet bij. Om erbij te kunnen komen probeerde ik mijn lijf onder het bed te wroeten. Ik ademde het stof in van huidschilfers, schimmels, overleden en levende bacteriën en andere stofjes waarvan ik de oorsprong niet kende.

Na een fikse hoestbui zag ik in de schemering onder het bed hoe het doekje gegrepen werd door iets wat het meest leek op een damestrol met harige borsten. Begerig snoof ze de geuren van mijn doekje op om daarna op het doekje te gaan sabbelen. Ze kakelde van het lachen. Haar ogen gloeiden en keken mij begerig aan. Daar ik zo goed als klem onder het bed zat kon de trol in mijn ondergoed duiken en dingen met mijn geslacht doen. Ze trok aan mijn penis tot ik een orgasme kreeg dat zoveel zaad opwekte dat ik bijna verdronk in een zee van sperma.

Zo goed en zo kwaad als het ging probeerde ik het hoofd boven mijn zaad te houden. Ik kon nog net bij de stop van het afvoerputje onder mijn bed. Luid sputterend verdween het zaad in het riool. De trol maakte een geluid dat het midden hield tussen opwinding en teleurstelling om daarna in het matras van mijn bed te verdwijnen.

Nu kon ik eindelijk het doekje pakken dat helemaal nat en klef van het zaad geworden was. Ik bevrijdde mezelf van de beklemming onder het bed en spoelde het doekje haastig weg in het toilet, bang als ik was dat mijn moeder ooit iets zou ontdekken dat zou kunnen wijzen op het feit dat ik wel eens masturbeerde.

De gevaren van IS

Geplaatst: 26 september, 2014 in column, Fictie

‘Jouw kies moet worden getrokken,’ zei de tandarts met een besliste stem en maakte voorbereidingen om precies dat te doen. Tussen het gekletter van de te gebruiken apparaten door vertelde hij me over de gevaren van IS. ‘Ze staan klaar om onze geüniformeerde militairen een kopje kleiner te maken,’ zei hij op bezorgde toon. Hij duwde de naald van de verdovingsspuit op de pijnlijkste plek die je maar kunt bedenken in mijn tandvlees. Ik keek even naar de chroom-glimmende tang die de tandarts zou gebruiken om me van mijn pijnlijke kies te verlossen. Zou hij zijn gereedschap iedere dag poetsen?

Ik stond weer buiten. De tandarts had een ferme pluk watten in het gapende gat geduwd en had me verzocht die er minimaal 6 uur in te houden. Maar de frisse lucht buiten werkte als jeukpoeder op mijn neusgaten. Ik moest hoesten en de pluk watten werd uitgeblazen met de orkaankracht die een flinke hoestbui vermag. Er liep bloed uit mijn verdoofde mond. Haastig wandelde ik door het bos naar huis om aldaar iets in het gat te duwen om het bloeden te stelpen.

Aangetrokken door al dat bloed landde er een kraai op mijn schouder. Voor ik de kraai kon wegjagen keek hij me recht aan en pikte hij met een ferme haal mijn oog uit. Door de verdoving voelde ik niets van zijn pijnlijke ingreep. Ik zag hoe de kraai zijn kop achterover sloeg en mijn oogbal in zijn snavel kraakte en doorslikte. Ik werd misselijk van dit aanzicht en moest braken. Ik werd duizelig en viel flauw.

Het was inmiddels nacht toen ik wakker werd. Ik voelde ondraaglijke pijn aan mijn vingers, mijn tenen, mijn oorschelpen, zelfs mijn neus deed enorm veel pijn. Ik kon door alle pijn en bloedverlies niet opstaan. Ik joeg de ratten en muizen om me heen zo goed en zo kwaad als het ging weg. Wonder boven wonder was mijn andere oog niet uitgepikt en kon ik zien wat er met me aan de hand was.

Mijn schoenen waren kapot en de tenen die erin zaten waren opgepeuzeld. Mijn vingers waren ingekort tot bloederige stompjes. Mijn uitgepikte oogholte was bezaaid met zwarte vliegen die druk doende waren hun eitjes te leggen. Ik begreep dat ik ten dode was opgeschreven en wilde het uitschreeuwen van de pijn en mijn leed. Helaas was mijn tong opgezwollen als een ballon en kon ik weinig tot geen geluid maken om iemand te waarschuwen.

Een ervaren rechercheur werd misselijk van mijn aanblik. Ik was lang genoeg dood om onherkenbaar te zijn. Ik was tot op het bot aangevreten door maden, kraaien, ratten, schimmels en microben. De lijkschouwer maakte een plaatje van mijn gebit om mijn identiteit te achterhalen. Mijn tandarts zag meteen dat het mijn gebit was.  ‘Ik waarschuwde hem nog voor de gevaren van IS in verband met onze geüniformeerde militairen,’ zei hij tegen de rechercheur. De rechercheur knikte, ‘gelukkig hoef ik geen uniform te dragen.’

Het gaat weer beter met Joris

Geplaatst: 25 september, 2014 in Fictie

Aan alles komt een eind, ook aan het drinkgelag van de vader van Joris. Na drie weken van dronkenschap stopte de vader van Joris met drinken. Joris stond die ochtend op en zag dat er een boterhammetje met kaas voor hem was gesmeerd en een warm kopje thee klaarstond om de kilte van de ochtend uit zijn lijf te verdrijven. ‘Goedemorgen Joris,’  zei zijn vader. ‘Goedemorgen pa,’ antwoordde Joris en besloot net te doen alsof er niets gebeurd was.

Joris wilde zijn vader geen verdriet doen door te vertellen dat hij het moeilijk heeft gehad de laatste weken. Wie weet, zou de pa van Joris dan van verdriet weer gaan drinken, met alle gevolgen van dien. Nee, Joris had besloten zijn vader nooit meer lastig te vallen met zijn levensvraagstukken of verdriet te doen met kritische noten. Joris begreep dat hij zijn vader van de drank af had geholpen door hem niet lastig te vallen of te storen en nu zou hij zijn vader van de drank afhouden door hetzelfde te doen en vooral geen lastige vragen te stellen.

Op school merkte de Juf van Joris tot haar opluchting dat het weer wat beter met hem ging. Nu kon ze het knagende gevoel dat ze misschien een instantie zou moeten bellen van zich afzetten en liep ze geen risico meer te worden uitgelachen door haar familie. Maar er was iets veranderd aan Joris. Joris was wantrouwig geworden en bouwde een muurtje om zich heen om te voorkomen dat hij zich ooit nog verdrietig zou voelen.

Joris staat er alleen voor

Geplaatst: 22 september, 2014 in Fictie

In die tijd huilde Joris meestal een beetje alvorens te gaan slapen. Maar dan ging Joris dromen en fantaseren over een meisje dat hij redde van jongens die haar kwaad wilden doen. Dan nam hij het meisje aan de arm en werd het meisje helemaal verliefd op hem. Ze gingen dan knuffelen en vrijen. Joris masturbeerde dan en ging daarna slapen. Joris hoopte voor hij in slaap viel dat hij misschien nooit meer wakker zou worden maar die wens kwam nooit uit; Joris was immers gezond en sterk.

In de ochtend stond Joris meestal stilletjes op om zijn vader niet te storen. Hij at dan een boterhammetje met een kopje thee dat hij zelf zette. Het is wonderbaarlijk hoe goed een kind zich kan redden als er niemand is die op hem past, alsof er een knop omgaat die eigenlijk pas in je volwassen leven hoort om te gaan.

Op school was Joris stiller geworden. Juf merkte het maar zei niets. Juf durfde niets te zeggen uit angst dat ze er misschien naast zat. Juf kwam uit een gezin waar je keihard werd uitgelachen als je je vergiste. Joris stond er daarom net zo alleen voor als hij zich voelde. Was Joris maar iemand uit een Jihadgezin, dan werd er vast wel ingegrepen.

 

Joris krijgt een klap

Geplaatst: 16 september, 2014 in Fictie

Joris duizelde, viel en stond zo snel mogelijk weer op. Joris leek het meest op een groggy bokser die een klap had gekregen. Joris keek zijn vader verbaasd aan en vroeg zich af waar hij die klap aan verdiend had. De vader van Joris leek door de duivel bezeten. Hij had gevoelloze ogen en een harde blik. Joris rende naar buiten en huilde. Joris probeerde te bedenken wat hij misdaan had maar hij kon niets bedenken. Het was alsof zijn lieve vader veranderd was in een monster.

‘Een paar dagen geleden was pa dronken,’ bedacht Joris, ‘zou hij weer gedronken hebben?’  Joris sloop terug naar huis. Pa sliep op zijn tv-stoel. Joris zocht en vond een jeneverfles die was aangebroken en een paar lege bierflesjes. ‘Zou pa aan de drank zitten?’, vroeg Joris zich af. Joris rilde over zijn hele lijf. Hij voelde zich naakt en onveilig. Joris besloot zichzelf zo onzichtbaar mogelijk te maken voor zijn vader en alles te toen waar vader om vroeg om te voorkomen dat hij nog meer klappen zou krijgen.

Toen pa die avond wakker werd keek hij Joris vriendelijk aan. ‘Koffie?’, vroeg Joris beleefd. ‘Graag, en een boterhammetje met kaas erbij,’ zei de vader van Joris, ‘en een groot glas water, ik sterf van de dorst.’ Opgelucht haalde Joris een groot glas water dat zijn vader in een keer opdronk. Koffie en boterham met kaas kwamen daarna. Toen de pa van Joris alles ophad zag Joris een traan uit het rechteroog van zijn vader biggelen. Joris begreep dat zijn pa verdrietig was en daarom dronk. Pa zei verder niets. Hij leek in gedachten verzonken.

Toen Joris die avond ging slapen hoorde hij glas rinkelen. Joris huilde zonder geluid te maken om te voorkomen dat hij straks misschien nog meer klappen zou krijgen.

De pa van Joris voelt zich rot

Geplaatst: 13 september, 2014 in column, Fictie

Het gebeurde toen Joris op een vrijdagmiddag thuis van school kwam. Joris zag zijn vader laveloos op de bank liggen. Nu had Joris zijn vader nog nooit dronken gezien dus vroeg hij zich af wat er met zijn vader aan de hand was. Toen Joris de flesjes bier naast de bank zag staan begreep Joris wat er aan de hand was; hij had wel eens dronken mensen gezien in een western. Maar  Joris was wel een beetje bang, want zijn pa keek wild uit zijn ogen, was bleek en was moeilijk te verstaan.

‘Ikkkwleeen teiltje,’ mompelde de pa van Joris. Joris rende naar de keuken om een teiltje voor hem te halen. Zijn pa kwam moeizaam overeind en braakte in het teiltje, luidruchtig en zonder zich in te houden. Joris moest zelf kokhalzen van dit aanzicht en voelde een lichte paniek in zich opwellen. Nadat zijn pa gebraakt had ging hij weer op de bank liggen. Joris leegde het teiltje in de wc en spoelde door. Joris kon het beeld van zijn brakende pa en de zure lucht ervan maar niet van zich afzetten. Toen Joris klaar was met het opruimen van de rommel lag pa te snurken op de bank.

Joris deed alle deuren op slot en alle gordijnen dicht; vanmiddag en vannacht moest Joris op zijn pa passen. Joris vond het wel een beetje eng allemaal maar Joris had een lieve pa en wilde hem niet kwijt.

Joris besloot zonder eten naar bed te gaan omdat hij een beetje bang was en onder de dekens wilde kruipen. In bed luisterde Joris naar het luide gesnurk van zijn pa tot hij in slaap viel. Joris droomde dat hij verdwaald was en zijn pa niet terug kon vinden: ‘Pa, pappa waar ben je?’ schreeuwde Joris in zijn droom, maar het enige antwoord wat Joris kreeg was luid gesnurk uit de verte.

De ochtend erop bood pa zijn excuses aan aan Joris: ‘Ik voelde me rot, vandaar.’ Joris knikte begripvol en en wist dat het veel erger voor grote mensen was om zich rot te voelen dan voor kinderen. Bovendien besloot Joris voortaan extra lief voor zijn pa te zijn om te voorkomen dat hij zich ooit nog rot zou voelen.

Joris ziet een gaatje

Geplaatst: 11 september, 2014 in Fictie

Joris lag in bed te woelen; hij kon niet slapen. Op zeker moment zag Joris in de schemering van zijn slaapkamer een gaatje in het plafond. Een gaatje dat hem nooit eerder was opgevallen. Joris kroop uit bed en klom op een stoel om te kijken wat voor gaatje het was. Maar Joris kon niets bijzonders aan het gaatje zien. Joris stak nieuwsgierig zijn vinger in het gaatje, maar het gaatje was te nauw. Zelfs zijn pink paste er niet in. Toen Joris de volgende ochtend wakker werd was het gaatje weg. Joris dacht dat hij het misschien gedroomd had.

Joris heeft geluk gehad want achter het gaatje zat een gatenbaas. Een gatenbaas maakt gaatjes om mensen te verleiden hun vinger erin te steken. Als de vinger er eenmaal inzit bijt de gatenbaas de vinger af. Een gatenbaas kan jaren zonder eten, een vinger per vijf jaar is voldoende voeding voor een gatenbaas.

Je kent vast wel iemand die een vinger mist en dan vertelde dat hij zijn vinger is kwijtgeraakt omdat een machine zijn vinger heeft vermorzeld of achter zijn trouwring is blijven haken. Geloof het niet, de persoon heeft zijn vinger in een gaatje gestoken waarachter een gatenbaas zat te wachten op zijn prooi. 

De gatenbaas in het huis van Joris en zijn pa heeft inmiddels een nieuw gaatje gemaakt voor Joris, groot genoeg om zijn vinger in te steken. De gatenbaas zal geduld moeten hebben want Joris slaapt meestal goed en het kan nog jaren duren alvorens Joris wederom niet kan slapen, in zijn bed ligt te woelen, naar het plafond ligt te staren en zich afvraagt wat dat gaatje daar in ’s hemelsnaam doet. De gatenbaas kan alleen maar afwachten en hopen dat het niet langer dan vijf jaar zal duren.

Joris en de hardwerkende bij

Geplaatst: 10 september, 2014 in Fictie

Voor ieder dier komt er een moment dat het doodgaat. Zo ook voor de hardwerkende bij waar Joris op stapte. Een hardwerkend bijtje dat even uitrustte op het gras in de tuin waar Joris blootsvoets liep en precies op de plek waar Joris zijn voet neerzette. Het laatste wat het arme dier kon doen is een flinke prik in de hak van Joris zijn rechtervoet plaatsen, iets wat de hardwerkende bij niet zou overleven, maar ook iets waardoor de hardwerkende bij niet vergeten zou worden, niet door Joris in ieder geval.

‘Au!’, riep Joris en graaide naar zijn pijnlijke hak waardoor hij zijn evenwicht verloor en in het gras viel. Joris keek naar zijn hak en zag een dode bij aan een draadje aan zijn hak hangen. Het draadje eindigde als een naaldje in de hak van van Joris. Joris schudde zijn voet waardoor de bij van het draadje losraakte en levenloos in het gras viel. Joris hinkelde het huis in en vroeg zijn vader om hulp. De vader van Joris haalde een pincet en trok het naaldje uit de pijnlijke hak.

Na de medische ingreep van de vader van Joris liep Joris terug naar de plek des onheils; ‘gewoon’op zijn linkervoet en op zijn tenen op zijn rechtervoet, want je begrijpt, zijn rechterhak deed nog steeds zeer. Joris zag de dode bij liggen en besloot haar te begraven, immers, voor pijntjes en kwaaltjes is er een pilletje, maar tegen de dood is geen kruid gewassen. Joris begroef de bij samen met het naaldje dat zijn vader uit zijn pijnlijke hak had getrokken en een vers boterbloemetje in een lucifersdoosje van Zwaluw:

‘Vaarwel hardwerkend bijtje, sorry dat ik je niet zag.’

Joris is in de wolken

Geplaatst: 8 september, 2014 in column, Fictie

Joris ligt in de tuin. Hij tuurt naar de wolken die over drijven en fantaseert er een vorm bij: ‘olifantenwolk, schapenwolk, leeuwenwolk…’  Op een gegeven moment ziet Joris een wolk langzaam afdalen. Het is een wolk die lijkt op een kameel. Joris rent naar de wolk toe om te kijken wat er aan de hand is. Hij ziet een wezen dat het meest lijkt op een witte vlinder met de kop van een schnauzer.  Het wezen is zichtbaar vermoeid en lijkt aan rust toe te zijn? ‘Wie bent u?’, vraagt Joris beleefd aan het wezen. ‘Ik ben een wolk-omhooghouddiertje,’ antwoordt het wezen netjes, ‘en ik ben een beetje moe, daarom neem ik een korte pauze.’ Joris vraagt of het  wolk-omhooghouddiertje honger of dorst heeft, maar dat is niet zo. Het is alleen maar aan rust toe. ‘Ik moet weer omhoog,’ zegt het wolk-omhooghouddiertje opeens, ‘ik moet mijn wolk in de lucht houden.’ ‘Ik dacht dat God de wolken in de lucht hield?’, roept Joris nog naar het opstijgende wolkomhooghoud-diertje. ‘God bestaat niet,’ roept het wolk-omhooghouddiertje zo hard het kan vanuit de hoogte, ‘en ik kan het weten!’