Joris dronk al jaren niet meer. Want Joris vond het lastig om het bij een of twee glaasjes te laten. ‘Komt door mijn verleden,’ was het excuus van Joris destijds. Maar op een dag vond Joris dat het wel mooi was geweest met zijn excuus en besloot hij de drank te laten staan.
Maar altijd maar een glaasje spa of cola drinken tijdens een feestje begon Joris te vervelen. En op een goede avond nam Joris, onder aanmoediging van zijn vrienden, een glas rum-cola. En Joris voelde zijn bloed stromen zoals het in geen jaren gestroomd had. Je begrijpt, Joris nam er nog een paar en nog een paar. Joris kon niet stoppen!
De volgende ochtend werd Joris wakker met een kater. Naast hem lag een mooie vrouw te slapen. Ze had gebraakt in zijn bed. Haar haar zat onder de kots en Joris voelde dat hij misselijk werd van de zure lucht en rende naar het toilet. Joris nam zich voor nooit meer te drinken. Maar die mooie vrouw wilde hij ook niet kwijt want zonder braaksel was ze best te doen.