Er was eens een hele lieve, aardige man. Hij was ruim in de veertig en reed op een Zündapp brommer. Hij was altijd op tijd op zijn werk; iedere ochtend, klokslag 3 uur begon hij zijn dienst. Hij was controleur bij het beladen van vrachtwagens met zuivelproducten en, als de chauffeur er om welke reden dan ook niet was, reed hij de vrachtwagen vakkundig en foutloos voor de baan, want hij wilde niets liever dan een voorsprong behalen andere vrachtwagen beladers. En vaak met succes, en daar was hij best trots op. Hij ging zelfs zo ver dat hij meestal een half uur eerder begon dan zijn collega’s. Om alvast een voorsprong te hebben.
Iedere zaterdag, reed de man met zijn brommer naar Leeuwarden, met zijn vrouw achterop, om boodschappen te doen. Geen gezicht kan ik u verzekeren, en ik vroeg me dan ook af waarom de man geen rijbewijs had of zo. Ik besloot eens navraag te doen. Niet bij de man zelf, maar bij een van zijn collega’s, ik wilde hem niet voor het hoofd stoten, bovendien was hij in mijn ogen al een ‘oude’ man, iemand van een andere planeet.
‘Hij heeft wel een rijbewijs gehad,’ was het antwoord, ‘en een auto. Maar hij heeft een kind doodgereden die in een doos op de weg speelde. Hij heeft zijn auto weggedaan en nooit meer achter het stuur gezeten.’
Ik was behoorlijk onder de indruk van het relaas. En ik moest vanmorgen aan de lieve man op zijn brommer denken. Toen ik het verhaal las van de 18 jarige jongen die een 3 jarig kind heeft doodgereden. En er helemaal ondersteboven van was. Een vreselijke ervaring. Voor alle betrokkenen.
Ik heb geen rijbewijs. Ook nooit gehad. Ik ben liever de lieve man met de Zündapp. Altijd op tijd naar het werk. En op zaterdag met mijn vrouw achterop naar Leeuwarden tuffen. En we trekken ons niets aan van de goegemeente die ons hoofdschuddend nakijkt.