Jan verscheen met een opgezwollen, bont en blauw geslagen gezicht op het schoolplein.
Jan betaalde Bert keurig 25 gulden per week. Maar Jan had besloten 100 gulden terug te betalen en geen cent meer en na 4 betalingen zei de 16-jarige Jan tegen de 14-jarige snotaap dat het zo wel mooi was geweest. Maar ‘de snotaap’ besloot in te grijpen en trommelde 2 jongens op die Jan voor een tientje wel elkaar wilden slaan.
Bert keek pontificaal en opzichtig toe toen Jan een pak slaag van de buitencategorie kreeg. Jan probeerde zich nog te verdedigen, maar toen hij merkte dat hij kansloos was smeekte hij om genade. Beloofde hij dat hij alles terug zou betalen. Bert maakte Jan duidelijk dat hij inderdaad álles terug moest betalen, maar ook dat zijn pak slaag nog niet afgerond was. Jan huilde, Jan smeekte, maar het mocht niet baten. Het beuken ging maar door. Toen Jan lag kermend van de pijn op de grond lag en niet meer overeind probeerde te komen beval Bert ‘zijn’ jongens om te stoppen met het pak slaag. Hij maakte een zwierig gebaar met zijn handen en wandelde naar Jan. Bert schopte Jan precies één keer in zijn gezicht. Hard en meedogenloos: “Spreek je later,” zei hij tegen Jan en wandelde met grote, theatrale stappen uit het zicht.
Toen Jan bont en blauw thuiskwam wilden zijn ouders meteen de politie bellen. Maar Jan wilde dat niet: “Ik ben verdomme geen geen klikspaan!” Hij smeekte zijn ouders om 200 gulden om zijn schuld af te kunnen betalen. En Jan kreeg 200 gulden van zijn ouders. En na een week ziek te zijn geweest ging Jan terug naar school om zijn vernedering te ondergaan en zijn schuld af te lossen.
Jan verscheen met zijn nog steeds opgezwollen gezicht op het schoolplein. Het was overduidelijk dat hij een pak slaag had gehad. Bert wandelde met veel gevoel voor theater naar het midden van het schoolplein en wenkte Jan. Gedwee liep Jan naar Bert. Wij keken met open mond toe. “En?”, vroeg Bert aan Jan, “wat heb je te zeggen?” Jan excuseerde zich met veel omhaal voor het leed dat hij Bert had aangedaan. “Ik heb al het geld nu voor je Bert,” zei Jan timide, “met de rente en de extra 25 piek voor de late betaling en nog 25 piek extra als excuus.”
Bert nam 200 gulden in ontvangst. Het hele schoolplein keek toe en zag hoe Jan vernederd was. Iedereen wist nu dat Bert geen boefje meer was. “Het is al goed,” zei Bert op zalvende toon tegen Jan, “zand erover.” Achteloos stak Bert het geld in zijn jaszak. Bert was Bert niet meer. Hij was niet meer de jongen die zo nu en wat stal uit de Spar. Iedereen wist nu dat met Bert niet te spotten viel.
Het was donderdagavond, koopavond en de moeder van Bert stapte uit de bus in de buurt van de ALDI. Ze kende de folder met aanbiedingen bijna uit haar hoofd en wist op de cent af hoeveel ze vanavond moest betalen voor haar boodschappen. Met een zuinig gezicht werkte ze vreugdeloos het boodschappenlijstje af en wachtte ze op het oordeel van de caissière.
Ze maakte haar beurs open en telde zorgvuldig iedere gulden, de kwartjes, de centen. Toen zag ze een tientje in haar beurs waarvan ze het bestaan niet wist. En de moeder van Bert betaalde trots met een tientje en een vijfje, ze kon de guldens en rijksdaalders in haar beurs laten, ze hoefde dit keer niets te tellen. Trots keek ze om zich heen of iedereen wel zag dat ze geld zat had voor haar boodschappen. Dat ze geld terúg kreeg van de caissière! En voor het eerst liep ze met opgeheven hoofd uit de ALDI naar de bushalte.
Die avond lag Bert tevreden in zijn bed. Zijn gezicht gloeide nog na van opwinding na alle gebeurtenissen. Bert had ervan genoten en wist nu wat hij wilde worden. Hij keek naar het geld dat hij verdiend had. Die nacht droomde hij over de maffia en de georganiseerde misdaad. Droomde hij over het geld dat hij zou gaan verdienen. Die nacht besloot Bert te stoppen met de middelbare school omdat hij wel wat beters te doen had.