Archief voor juni, 2017

Toen boefje een boef werd

Geplaatst: 30 juni, 2017 in Blog, Fictie

Jan verscheen met een opgezwollen, bont en blauw geslagen gezicht op het schoolplein.

Jan betaalde Bert keurig 25 gulden per week. Maar Jan had besloten 100 gulden terug te betalen en geen cent meer en na 4 betalingen zei de 16-jarige Jan tegen de 14-jarige snotaap dat het zo wel mooi was geweest. Maar ‘de snotaap’ besloot in te grijpen en trommelde 2 jongens op die Jan voor een tientje wel elkaar wilden slaan.

Bert keek pontificaal en opzichtig toe toen Jan een pak slaag van de buitencategorie kreeg. Jan probeerde zich nog te verdedigen, maar toen hij merkte dat hij kansloos was smeekte hij om genade. Beloofde hij dat hij alles terug zou betalen. Bert maakte Jan duidelijk dat hij inderdaad álles terug moest betalen, maar ook dat zijn pak slaag nog niet afgerond was. Jan huilde, Jan smeekte, maar het mocht niet baten. Het beuken ging maar door. Toen Jan lag kermend van de pijn op de grond lag en niet meer overeind probeerde te komen beval Bert ‘zijn’ jongens om te stoppen met het pak slaag.  Hij maakte een zwierig gebaar met zijn handen en wandelde naar Jan. Bert schopte Jan precies één keer in zijn gezicht. Hard en meedogenloos: “Spreek je later,” zei hij tegen Jan en wandelde met grote, theatrale stappen uit het zicht.

Toen Jan bont en blauw thuiskwam wilden zijn ouders meteen de politie bellen. Maar Jan wilde dat niet: “Ik ben verdomme geen geen klikspaan!” Hij smeekte zijn ouders om 200 gulden om zijn schuld af te kunnen betalen. En Jan kreeg 200 gulden van zijn ouders. En na een week ziek te zijn geweest ging Jan terug naar school om zijn vernedering te ondergaan en zijn schuld af te lossen.

Jan verscheen met zijn nog steeds opgezwollen gezicht op het schoolplein. Het was overduidelijk dat hij een pak slaag had gehad. Bert wandelde met veel gevoel voor theater naar het midden van het schoolplein en wenkte Jan. Gedwee liep Jan naar Bert. Wij keken met open mond toe. “En?”, vroeg Bert aan Jan, “wat heb je te zeggen?” Jan excuseerde zich met veel omhaal voor het leed dat hij Bert had aangedaan. “Ik heb al het geld nu voor je Bert,” zei Jan timide, “met de rente en de extra 25 piek voor de late betaling en nog 25 piek extra als excuus.”

Bert nam 200 gulden in ontvangst. Het hele schoolplein keek toe en zag hoe Jan vernederd was. Iedereen wist nu dat Bert geen boefje meer was. “Het is al goed,” zei Bert op zalvende toon tegen Jan, “zand erover.” Achteloos stak Bert het geld in zijn jaszak. Bert was Bert niet meer. Hij was niet meer de jongen die zo nu en wat stal uit de Spar. Iedereen wist nu dat met Bert niet te spotten viel.

Het was donderdagavond, koopavond en de moeder van Bert stapte uit de bus in de buurt van de ALDI. Ze kende de folder met aanbiedingen bijna uit haar hoofd en wist op de cent af hoeveel ze vanavond moest betalen voor haar boodschappen. Met een zuinig gezicht werkte ze vreugdeloos het boodschappenlijstje af en wachtte ze op het oordeel van de caissière.

Ze maakte haar beurs open en telde zorgvuldig iedere gulden, de kwartjes, de centen. Toen zag ze een tientje in haar beurs waarvan ze het bestaan niet wist. En de moeder van Bert betaalde trots met een tientje en een vijfje, ze kon de guldens en rijksdaalders in haar beurs laten, ze hoefde dit keer niets te tellen. Trots keek ze om zich heen of iedereen wel zag dat ze geld zat had voor haar boodschappen. Dat ze geld terúg kreeg van de caissière! En voor het eerst liep ze met opgeheven hoofd uit de ALDI naar de bushalte.

Die avond lag Bert tevreden in zijn bed. Zijn gezicht gloeide nog na van opwinding na alle gebeurtenissen. Bert had ervan genoten en wist nu wat hij wilde worden. Hij keek naar het geld dat hij verdiend had. Die nacht droomde hij over de maffia en de georganiseerde misdaad. Droomde hij over het geld dat hij zou gaan verdienen. Die nacht besloot Bert te stoppen met de middelbare school omdat hij wel wat beters te doen had.

 

Vliegshow in Canada

Geplaatst: 29 juni, 2017 in Blog, column

Gisteren was er een vliegshow in mijn woonplek. Militaire straaljagers maakten er een dolle boel van. Vanuit mijn achtertuin kon ik de capriolen van de straaljagers meebeleven en snoof ik gewillig de kerosinegassen die als een nevel neerdaalden op.

Ook op de locale TV werd gewag gemaakt van het vliegevenement dat georganiseerd werd als voorproefje op 150 jaar bestaan van een onafhankelijk Canada.

Aanstaande zaterdag is Canada 150 jaar onafhankelijk mensen!

De militaire stuntpiloten kwamen lang bij het ziekenhuis in de buurt om kinderen met kanker te verrassen met ‘ja wist ik het maar.’ De camera draaide enthousiast mee. Het commentaar bij de beelden was patriottisch en emotioneel. De kankerkinderen waren dankbaar dat Canadese militairen hen bezochten en een hart onder de riem staken. Dat doen militairen hier namelijk altijd. Langs gaan bij kankerpatiëntjes. Blijkbaar strijden militairen vooral tegen kanker.

Ik zweer dat ik een van de kinderen aan een piloot hoorde vragen of hij wel eens een ziekenhuis gebombardeerd had waar kinderen met kanker lagen. 

Maar achteraf gezien denk ik dat mijn fantasie weer eens op hol sloeg.

Bert slaat een slag

Geplaatst: 29 juni, 2017 in Blog, Fictie

De hersenen van Bert draaien op volle toeren toen Jan 100 gulden van hem wilde lenen.

Alle maffiafilms kwamen bij elkaar. Moord, doodslag, afpersing… ‘The vig, loan shark, enforcer… Scarface, The Godfather, Starsky & Hutch, Baretta,…’  Bert wist dat hij een fikse slag kon slaan met een lening voor Jan en besloot meteen een slag te slaan waar je ‘U tegen mag zeggen.

“Voor 25 gulden per week en nog eens een extra 25 gulden bij terugbetaling van de 100 gulden ga ik akkoord,” zei Bert met een air alsof hij iedere dag voor woekerrentes geld leende aan mensen, “en wee je gebeente als je niet op tijd betaald.” Jan ging akkoord en schudde de hand van Bert die hem zo streng mogelijk aankeek. Bert pakte zijn agenda uit zijn schooltas en deed alsof hij een notitie maakte.

Nu moest Bert aan 100 gulden voor Jan zien te komen. Gelukkig was Bert maatjes met Wierd. En de Van Oostrums bulkten van het geld. En Bert leende 100 gulden van Wierd. Wierd was allang blij dat hij eindelijk eens iets voor Bert kon doen. “Ik geef je een tientje als ik je de 100 piek terugbetaal,” beloofde Bert. Wierd vond dat prima.

Bert heeft Wierd de 100 gulden nooit terug betaald. Wierd, bang als hij was zijn vriend kwijt te raken, heeft Bert daar nooit op durven aanspreken.

In de herhaling

Geplaatst: 29 juni, 2017 in Blog, Fictie

Ik hakte en hakte, al het rotte beton moest weg. De rot was hevig en smerig. De stank ondragelijk. Zelfs de vliegen lustten geen droog brood van deze rot. En toen ik de bron van de rot zag ging ik naar buiten om te kunnen braken. Om op te knappen in de frisse buitenlucht.

Maar de klus moest geklaard en ik kon de 5000 euro wel gebruiken. Toen ik alle rot uit het het betonnen vloertje verwijderd had tikte ik, om te controleren of ik alle rot écht verwijderd had, een paar maal op het gezonde beton. De klank klonk goed. En Jonkheer Wierd junior nodigde me uit om binnen te komen; eenzaam als hij was wachtte hij met smart tot ik bij hem aanklopte voor zijn verjaardag.

“Ik ben jarig,” zei Wierd, ik ben vandaag precies één jaar dood, precies één jaar geleden door jou vermoord.” Wierd zakte als een rotte pudding in elkaar. “Dat stukje rot moet je nog opruimen,”zei Bert streng,” en wees naar de rotte pudding. “Anders mag je nooit meer chips eten op je nieuwe bankstel.”

Toen ik wakker werd voelde ik me geradbraakt. “Een fucking jaar geleden alweer.” Ik nam nog maar eens een slaappil en zag dat het potje met pillen bijna leeg was: “Morgen de dokter maar eens bellen voor een herhaling”

Jan zat in de examenklas van de middelbare school. Een van de populairdere jongens. Bovendien had hij verkering met een bloedmooi meisje waarmee hij zoveel hij kon pronkte. Ze had aan Jan verteld dat ze een armband wilde. “Díe,” en ze wees naar een zilverkleurige armband in de etalage waar een prijskaartje van negenennegentig gulden en negenennegentig cent hing. Een bedrag die Jan zich best kon veroorloven, maar niet op dat moment. En zijn meisje was geen geduldig type.

Hoewel Bert niet bekend stond als een persoon waarvan je geld kon lenen leek Bert voor Jan de beste optie om aan geld te komen als je even zonder zit. Bert was immers een boefje.

En Jan leende het geld van Bert. Voor vijfentwintig gulden per week en als hij de honderd gulden terugbetaalde nog eens een extra vijfentwintig gulden. Bert maakte Jan onomwonden duidelijk dat er ‘ongelukken’ zouden gebeuren als hij de afspraak niet nakwam. Bert maakte met veel misbaar een notitie in zijn agenda en gaf Jan, terwijl hij hem recht in de ogen keek,  een stevige hand. “Morgen heb ik het geld voor je.”

De moeder van Bert kookt krenterig

Geplaatst: 28 juni, 2017 in Blog, Fictie

De moeder van Bert vroeg zich vaak af hoe ze nu weer moest rondkomen. Iedere keer als ze in haar beurs keek leek het alsof er minder geld in zat dan de vorige keer. “Alles is ook zo duur,” verzuchtte ze. Dat Bert geld uit haar beurs stal wist ze niet. En als ze het al wist wilde ze het niet weten. ‘Zoiets doet mijn Bert niet…’ 

En zo ontstond er van de slapeloze nachten die ze had van haar geldzorgen een diepe voor op haar voorhoofd. Ze noemde de diepe voor op haar voorhoofd liefkozend  ‘mijn zorgfrons.’ En ze lachte haar zorgen weg, bang als ze was dat haar lieve Bert zich verantwoordelijk zou voelen voor haar geldzorgen. De moeder van Bert vond dat kinderen niet betrokken hoorden te worden in de problemen van volwassenen.

Bert haalde een gulden uit de beurs van zijn moeder. “Mars kopen?”, vroeg hij aan mij. Zijn ogen glinsterden. Het karige eten dat Bert voorgeschoteld kreeg van zijn moeder was niet ‘je dat’ en Bert vond dat zo nu en dan een guldentje uit de beurs van zijn moeder voor snoep ter compensatie van haar krenterige koken meer dan billijk was.

De verdwijning van Wierd junior

Geplaatst: 27 juni, 2017 in Blog, Fictie

Het was de bedoeling dat Wierd, net als zijn vader rechten zou gaan studeren in Leiden en jurist zou worden. En Wierd Junior was ook echt van plan zijn studie tot een goed eind te brengen. Maar…

Je kent misschien het liedje ‘Guus’ van Alexander Curly. Iets dergelijks overkwam Wierd junior. Wierd was een jonkheer die van toeten noch blazen wist. Altijd binnen zat. En het vrije studentenleven sloeg voor Wierd als een mokerslag toe. Hij dronk teveel, zat achter de dames aan en zijn studie liep vaster dan vast.

Wierd sjeesde tot bittere teleurstelling van zijn vader als student. En Wierd bleef feesten en zuipen. Ontdekte het gokken. Ontdekte de fruitmachine. Zuipen, neuken en gokken was het enige wat Wierd nog wilde. Hij was eindelijk vrij en wilde dat zo houden.

Maar Wierd senior kneep, verbitterd als hij was, de geldkraan voor Wierd dicht. Onterfde hem. Wilde Wierd nooit meer zien. En junior vroeg zich af hoe hij nu aan geld moest komen. En dacht aan Bert. Met zijn knalrode Polo. 

Wierd mocht geld lenen van Bert. En Wierd vond een baantje als ober. Om de lening af te kunnen lossen. De jaren verstreken en Wierd vulde het ene financiële gat met het andere. Tot hij zo diep bij Bert in de schulden zat dat de aflossing voor zijn lening te hoog werd. En hij geen geld van Bert meer kon lenen.

Wierd smeekte en bad om clementie maar Bert was onverbiddelijk: “NEE!” Wierd werd depressief maar betaalde zoveel hij kon aan Bert die het uit piëteit goed vond dat Wierd alleen maar de rente van 25 procent afloste. Jaar, na jaar, na jaar. Voorwaar geen slechte deal voor Wierd.

Maar op een dag werd het Wierd teveel. Slikte hij een hoeveelheid slaappillen die een olifant zou kunnen vellen. Bert vond Wierd snurkend in de goot. Bert had na al die jaren genoeg van dat gedoe met Wierd.  En Bert regelde wat mensen voor een betonnen vloertje. En zo verdween Wierd en kwamen wij aan onze nieuwe bankstel.

Op verjaardag bij Wierd Junior

Geplaatst: 27 juni, 2017 in Blog, Fictie

Een beetje geïntimideerd belde Bert bij het landhuis van Jonkheer Van Oostrum aan. Wierd junior opende de deur terwijl Bert nog aanbelde. Blijkbaar had Wierd achter de voordeur voordeur gewacht op ‘zijn’ verjaardagsvisite: “Kom binnen!”

Bert gaf zijn verjaardagscadeau aan Wierd; een strip van de Fantastic Four die hij gejat had uit de Spar. Bert keek om zich heen en vroeg zich af of hij de enige genodigde was. En of er wat te jatten viel natuurlijk. Wierd junior liet Bert zien wat hij van zijn ouders voor zijn achtste gekregen had: Een zilveren theelepeltje met zijn naam en geboortedatum daarop.

Het verjaardagsfeestje had iets treurigs. Wierd Senior zat te lezen in de rookkamer en de moeder van Wierd zat tv te kijken; ‘Koffietijd’ met Mireille Bekooij en Hans van Willigenburg. Wierd en Bert speelden in een daarvoor bestemde kamer waar een tipi en een skelter stond. Bert wilde maar al te graag buiten racen op de skelter, maar dat mocht niet van mamma vanwege de rommel, aldus Wierd Junior.  Bert begon zich te vervelen en verzon een smoes om weg te kunnen: “Ik moet zo eten.”

Toen Bert vertrok sprak Wierd senior Bert vanuit de rookkamer aan: “Blijf weg van een bevalling jongen, en mocht je onverhoopt toch aanwezig zijn, kijk dan een andere kant op want wat daaronder gebeurt wil je niet zien.”

Wierd senior zoog peinzend aan zijn pijp en trok vervolgens een vies gezicht. De rookkamer vulde zich met een aangename mokkageur. ‘Koffie,.. koffie.., tijjjd..,’ schalde het door de woonkamer. Bert keek nog één keer rond of er iets te jatten viel alvorens hij een teleurgestelde Wierd junior achterliet die vervolgens stiekem een traantje plengde.

Wakker Nederland

Geplaatst: 27 juni, 2017 in Blog, Fictie

“Wat doe jij hier?”, vroeg Bert verbaasd, “jij bent toch allang van school af? Ik legde aan Bert uit dat ik mijn school wilde afmaken voor mijn diploma. Omdat ik meer wilde dan alleen maar timmerman zijn. Meer wilde dan alleen maar betonnen vloertjes storten. Bert knikte instemmend en liet me een gulden zien: “Jij ook een Mars?”

Juf deelde de proefwerken uit. “Waar is jonkheer Van Oostrum?”, vroeg ik. Ik wees op de lessenaar van Wierd die keurig op een betonnen vloer stond. Ik kreeg een raar gevoel. We kregen een ‘De Telegraaf’ uitgedeeld. “Geen proefwerk maar de krant van wakker Nederland!”, kakelde juf.

We moesten naar pagina vier van de Telegraaf. Daarop stond een krasfoto van een betonnen vloer. Met een gulden die Bert uit de beurs van zijn moeder had gejat moesten we de foto wegkrassen om te kijken wat er onder de foto van de betonnen vloer zat.

Ik wist allang was er zich onder de betonnen vloer bevond zat en werd bang. De betonnen vloer onder Wierds lessenaar begon te bewegen en te schudden. “Wierd, Wierd, Wierd!”, scandeerde de klas.

“Wakker Nederland, wakker Nederland, wakker Nederland..!” Juf keek me met vurige ogen aan. “Hé, Wakker worden!” Ik deed mijn ogen open. “Welke betonnen vloer?”, vroeg mijn vrouw, “je ijlde over een betonnen vloer.” Ik haalde mijn schouders op. “Ik droomde over vroeger,” antwoordde ik. Mijn vrouw keek me misprijzend aan: “Je kwijlde in je slaap, op mijn níeuwe bankstel nog wel.”

Jonkheer Van Oostrum

Geplaatst: 26 juni, 2017 in Blog, Fictie

Als jonkheer geboren worden is geen sinecure. En de geboorte van jonkheer Wierd Van Oostrum junior was zeker geen sinecure. Jonkvrouw Van Oostrum was niet blij met de buik waarmee jonkheer Wierd Van Oostrum haar bezwangerd had. Iedere dag was ze druk met zalfjes en oliën voor haar zwellende buik. En toen braken haar vliezen…

Jonkvrouw Van Oostrum viel flauw toen haar vliezen braken en zag en rook wat voor walgelijks haar geslachtsorgaan zoal kon produceren. Toen ze ontwaakte uit haar flauwte was ze al onderweg naar het ziekenhuis, samen met haar man.

De bevalling verliep, hoewel jonkheer en jonkvrouw Van Oostrum daar anders over dachten en nog steeds denken, voorspoedig. Wierd junior werd geboren na een enkele zucht en een niet noemenswaardige perswee.

Jonkvrouw Van Oostrum wilde na haar afschuwelijke bevallingservaring geen kinderen meer en jonkheer Van Oostum was dermate geschrokken van het aanzicht van haar geboortekanaal tijdens de bevalling dat hij impotent werd en het aanzicht en/of de gedachte aan een vagina hem het klamme zweet op zijn voorhoofd bezorgde. Je begrijpt, jonkheer Wierd Van Oostrum junior was en bleef enig kind.

De jeugd van Wierd was geen pretje. De opvoeding was kil en gevoelloos. Zijn moeder haatte Wierd omdat ze iedere dag door hem herinnerd werd aan de bevalling, en aan haar door haar intens gehate striae die haar onderbuik sierde. En haar borsten hingen op half zes. En zijn vader zag, als hij zijn Wierd junior zag steeds die kale schedel van Wierd die uit een opgerekte vagina geperst werd. Gruwelijk. Je begrijpt, opgroeien was voor Wierd, hoe bevoorrecht hij ook was met zijn ouders, geen pretje.

Op de lagere school was Wierd junior niet bepaald populair. Zijn klasgenoten haatten Wierd omdat meester hem steeds voortrok. Omdat juf hem steeds voortrok. Omdat Wierd nooit strafwerk kreeg. Omdat Wierd altijd met ‘jonkheer’ moest worden aangesproken.

Alleen met Bert kon Wierd goed opschieten. Want Bert was goed met mensen en niet te vergeten met jatten. Als er iets te halen viel was Bert erbij. En bij Wierd, tegen wie Bert als enige geen Jonkheer hoefde te zeggen, viel iets te halen. En Wierd nodigde Bert uit om langs te komen voor zijn achtste verjaardag.