Ik ben nogal een dromer en realiseerde me dan ook veel te laat dat ik recht op een wak afreed. Ik remde zo hard ik kon en riep nog, ‘wak!‘ alvorens ik in het ijskoude water gleed. Ik probeerde mijn adem in te houden en terug te zwemmen naar de opening maar het was alsof een ijzige hand me tegenhield. Ik voelde een onweerstaanbare drang om in te ademen. Ik gaf toe en ademde in en voelde hoe de kou en het water bezit nam van mijn mijn longen. ‘Dit is het einde.’
Een warme golf overspoelde mijn lijf. ‘De doodsstrijd,’ hield ik mezelf voor, ‘adrenaline, serotonine, cafeïne, euforine, ienemine.’ Ik moest om mijn gedachten lachen terwijl ik toekeek hoe mijn moeder de kerstboom optuigde: ‘Daar hoorden zij d’engelen zingen, hun liederen vloeiend en klaar…‘ Ik voelde de roes en de aandrang om te gaan slapen nadat ik me tegoed had gedaan aan de melk van moeders borst. Ik voelde hoe mijn lijf me dwong tot een orgasme. Ik realiseerde me dat dit de hemel was en ik ontspande me om toe te geven aan de caleidoscoop van euforie, genot en geluk.
Ik voelde een harde klap op mijn borstkas. Ik voelde koude lippen op mijn lippen. Iemand blies naar nicotine stinkende adem in mijn longen. Hoestend en proestend en rillend van de kou werd ik wakker. Blijkbaar had men mij de verdrinkingsdood ontnomen.
Natuurlijk bedankte ik mijn redders en schudde ik hen de hand, maar ik drukte ze vooral op het hart dat ze echt niet zoveel moeite hadden hoeven doen.