Archief voor maart, 2015

Joris en de bermbuikzwam

Geplaatst: 21 maart, 2015 in Fictie

p1Joris zag een merkwaardige plant in de berm en besloot hem eens van dichterbij te bekijken en eraan te voelen. Het bleek helemaal geen plant te zijn; het was een bermbuikzwam! Een stofwolk van sporen blies met onvermoede kracht uit de buik van de zwam. Joris hoestte en proestte van alle sporen die hij inademde. Nog een beetje beduusd ging Joris zitten. Hij was duizelig en slaperig geworden van al dat natuurgeweld.

Een neushoornkever rende in paniek naar de plek des onheils en alarmeerde de doodgravers: ‘Bermbuikzwam ontploft!’ Twee doodgravers kwamen uit het niets tevoorschijn. Zonder een seconde te verliezen groeven de doodgravers een diep gat waar de zwam in gedeponeerd kon worden. Toen het gat diep genoeg was verscheen er een mestkever die met gevaar voor eigen leven de ontplofte zwam in het gat rolde en afdekte.

Mushroom_Boy_(1)Joris voelde een hevige pijn in zijn vinger: ‘Au!’ Een geelgerande watertor had Joris met een stevige beet wakker gemaakt. Joris zag nog net hoe het beest terugvloog naar het vijvertje verderop. ‘Gelukkig, je bent weer wakker,’ zei de neushoorkever. De kever vertelde over de gevaren van de bermbuikzwam: ‘Je kan er van gaan hallucineren, gegijzeld worden door je gedachten en verzeild raken in je verzinsels.’

Joris begreep nu dat de geelgerande watertor hem met zijn beet terug had gebracht naar de realiteit. Joris bedankte iedereen voor hun hulp en beloofde voortaan beter op te letten. De neushoornkever en zijn kornuiten beloofden dat ze zoveel mogelijk bermbuikzwammen zouden opsporen en ondergraven zodat iedereen zonder ontploffingsgevaar door de bermen kon struinen.

En ik moet zeggen, dat is vrij aardig gelukt, sindsdien zijn er geen bermbuikzwammen meer waargenomen.

 

Joris en zijn krantenwijk

Geplaatst: 20 maart, 2015 in Fictie

k2Joris had een krantenwijk. Hij moest de Volkskrant rondbrengen. Joris had nog geprobeerd de Telegraaf te krijgen, maar hij werd destijds te licht bevonden voor het zwaardere Telegraafwerk. Joris was een beetje jaloers op de jongen die de Telegraaf mocht rondbrengen. Joris moest het doen met 50 dunne Volkskrantjes terwijl de bezorger van de Telegraaf meer dan 150 dikke kranten mocht verdelen.

Soms kwamen Joris en de Telegraafbezorger elkaar tegen tijdens het uitoefenen van hun bijbaan. Ze wilden wel met elkaar praten en misschien zelfs wel met elkaar spelen maar Joris was katholiek en de Telegraafbezorger was openbaar. En daar praat je niet mee, die scheld je uit.

Na het bezorgen hield Joris altijd een paar kranten over. Die bracht de vader van Joris bij de buren die ieder, zoals overeengekomen, de helft van het Volkskrantabonnementsgeld aan hem betaalden. Zo kon hij de Volkskrant lezen, het abonnementsgeld toe krijgen en een beetje beter rondkomen.

De vader van Joris moest niets van de Telegraaf hebben. Telegraaflezers waren belust op sensatie, waren rechts en en kwamen niet op voor de arbeider. De vader van Joris was links, stemde PvdA en was een fervent voorstander van eerlijk delen en samenwerken. Van graaiers moest hij niets hebben.

 

Joris en de heilige hostie

Geplaatst: 18 maart, 2015 in Fictie

Joris had op school geleerd dat de heilige hostie een symbool was en niet echt het lichaam van christus. Joris hoefde het lichaam van christus niet meer te laten smelten op zijn tong. Hij mocht vanaf nu op de hostie kauwen! Hij mocht voortaan zelf de hostie beetpakken en in zijn mond steken. Voorbij waren de tijden met de uitgestoken tongen. Joris verheugde zich op de eerstvolgende heilige communie en nam zich voor flink te bijten in de eerste de beste hostie die hem aangereikt zou worden.

jorishostie‘Lichaam van christus,’ zei mijnheer pastoor en gaf Joris een hostie in zijn hand: ‘Amen.’ Voorzichtig stak Joris de hostie in zijn mond en beet, een beetje onwennig, de hostie door. Joris hoorde een zacht gekreun in zijn mond. Joris hield zijn mond stijf dicht en liep haastig terug naar zijn plek. Het gekreun in zijn mond ging onverdroten door. Bovendien voelde Joris hoe zijn mond zich vulde met vocht.

Eenmaal terug op zijn plek veegde Joris het vocht, dat inmiddels langs zijn mondhoeken liep, haastig weg. Gelukkig was niemand het opgevallen. Joris zag nu dat het rood vocht was: bloed! Joris besloot de hostie in een keer flink door te bijten en dan meteen door te slikken, al was het maar om het lichaam van christus uit zijn lijden te verlossen. Joris veegde het bloed van zijn mondhoeken. Het gekerm was verdwenen.

Na een week van wroeging en ander leed verscheen God, in een visioen, aan Joris. God legde Joris uit dat hij door Hem uitverkoren was het lichaam van christus door te bijten en in te slikken voor de gehele mensheid, opdat zij veilig en zonder gevolgen de heilige hostie zou kunnen doorbijten en inslikken.

Sindsdien zijn er geen noemenswaardige incidenten meer gebeurd tijdens de heilige communie en, hoewel Joris dat niet meer durft, kunnen we vaststellen dat het veilig is om op een heilige hostie te bijten.

Joris en de waterplas

Geplaatst: 16 maart, 2015 in Fictie

Joris vond het heerlijk om na een regenachtige dag een wandeling in het bos te maken. Joris bewonderde dan de slakken en wormen die over het bospad glibberden en kronkelden. Joris vroeg zich af waarom die dieren altijd nat als een natte neus van een hond waren. Zouden ze een nat plekje hebben voor de droge dagen? Joris dacht soms aan de keren dat hij per ongeluk op een slak-met-huisje was gestapt en huiverde dan even bij de gedachte aan het gekraak; alsof je op een paprikachipje stapte. Hij voelde zich dan een beetje schuldig.

SPLASHTerwijl Joris op zo’n dag mijmerde over het nut van het natte bestaan van wormen en slakken zag hij verderop een prachtige waterplas. Ideaal om in te springen met mijn rubberen laarzen! Joris nam een aanloopje voor de sprong. Joris landde met beide voeten tegelijk in de waterplas. Plons! Tot de niet geringe verbazing van Joris bleek de plas veel dieper te zijn dan je van een dergelijke plas mag verwachten; hij stond tot zijn middel in het water. Hier moet opzet in het spel zijn.

‘Kun je niet uitkijken!’ Een oudere heer met pijp en gebochelde rug wees op een waarschuwingsbord: Pas op! Ongewoon diepe waterplas. Joris had dat bord nog nooit eerder gezien en vroeg zich af hoe hij dat bord over het hoofd had kunnen zien. De oude heer hielp de kletsnatte Joris uit de waterplas. Ze praatten nog even na over ditjes en datjes, over slakken en wormen. Maar Joris werd koud van alle nattigheid en excuseerde zich: ‘ik wil niet ziek worden.’

Op regenachtige dagen heeft Joris de plek des onheils nog regelmatig bezocht. De slakken en wormen waren dan steevast van de partij maar de oude man en het waarschuwingsbord heeft hij nooit meer teruggezien. De waterplas was steeds ondiep en onbeduidend. Toch voelde Joris altijd even hoe diep het was voor hij erin durfde te springen. En na iedere sprong keek Joris even om zich heen of de oude man er was, want Joris hield wel van een praatje over ditjes en datjes.

Joris en de pad

Geplaatst: 13 maart, 2015 in Fictie

‘Stop!’pad En Joris stopte. Voor hem zag hij een pad waar hij bijna bovenop gestapt was. ‘Weet u waar ik naartoe moet?’, vroeg de pad beleefd, ‘ik ben mijn instinct kwijt.’ Joris vroeg de pad hoe dat zo was gekomen. De pad legde aan Joris uit dat zijn maatje door een reiger was opgepeuzeld en hij door die traumatische ervaring zijn instinct voor de paddentrek kwijt was geraakt.

Joris nam de pad op zijn schouder en aaide hem zachtjes. De pad vertelde over zijn trauma en hoe verschrikkelijk het was om zijn maatje in de snavel van de reiger, in doodsnood, om genade te horen smeken. Hoe de reiger zijn maatje in de lucht gooide om hem vervolgens, met wijdopen snavel, achter in de keel op te vangen en hem door te slikken. De pad barstte in huilen uit.

‘Waarom mijn maatje en niet ik,’ snikte de pad. Joris legde aan de pad uit dat het normaal is om je schuldig te voelen over de dood van een ander: ‘Vooral omdat het jou net zo goed had kunnen overkomen, en dan had jouw maatje zich zo beroerd en getraumatiseerd gevoeld als jij je nu voelt, dat wil je toch ook niet?’

De pad voelde zich weer wat beter en bedankte Joris voor zijn begrip en luisterend oor. Ook voelde de pad zich minder schuldig; hij besefte hoeveel geluk hij had gehad en dat de natuur nu eenmaal wreed is. De pad voelde dat zijn trauma plaats had gemaakt voor zijn instinct.

De pad haastte zich om de andere padden in te halen voor de paddentrek. Joris wuifde de pad nog een keer na. De pad stopte even: ‘Bedankt!’ Helaas deed hij dat midden op een tweebaansweg die bekend stond om de vele, onverklaarbare ongelukken. Een weg waarvoor de buurt met een petitie voor stoplichten van deur tot deur is gegaan. Tot op de dag van vandaag, zonder resultaat.

Joris en de buurvrouw

Geplaatst: 9 maart, 2015 in Fictie

Zo nu en dan kwam de vader van Joris zo moe thuis dat hij er duizelig van was, ja, zelfs zeeziek. Dan plofte de arme man op de bank neer om aldaar als een blok in slaap te vallen. Joris gooide dan een deken over hem een en zette een teiltje naast hem op de grond voor het geval dat. Joris wist uit ervaring dat de arme man ononderbroken zou doorsnurken tot de volgende dag. Joris gaf zichzelf op die dagen vrij en ging dan naar buurvrouw om zich te laten verwennen.

fabeltjeskrantBuurvrouw was dol op Joris en als ze de deur voor hem opendeed drukte ze Joris altijd aan haar boezem tot hij bijna stikte. Bij buurvrouw kreeg Joris dan een heerlijk avondmaal met speklapjes, aardappelpuree en worteltjes, vers getrokken uit haar moestuin. Joris genoot van het eten, al was het maar dat hij niet zelf hoefde te koken, hij hoefde zelfs niet te helpen met de afwas en mocht dan altijd heerlijk kijken naar de ‘Fabeltjeskrant’ en, als het erop was, ‘De Stratenmakeropzeeshow.’ Joris lachte zich dan een kriek om Erik Engerd en de scheetjes van de deftige dame.

Daarna mocht Joris bij buurvrouw slapen. Ze had een kinderkamer, speciaal voor Joris zo leek het wel. Een opgemaakt bedje met dekens die fris roken naar buitenlucht, en kalmerend geurden naar een vleugje lavendel. Een schemerlampje dat zachtjes schemerde waardoor het nooit pikdonker was en altijd veilig. Ook stond er een foto van een kind dat ongeveer net zou oud was als Joris in de slaapkamer, met daarnaast een bosje witte bloemen in een vaasje. Joris vroeg zich wel eens af wie dat kind was maar durfde er nooit naar te vragen.

Joris droomde nooit wanneer hij bij buurvrouw sliep en werd ook nooit uit zichzelf wakker. Als buurvrouw hem wekte had ze altijd een lekker ontbijtje klaar voor Joris, met witte boterhammetjes met kaas erop en zoete thee met melk die je meteen kon opdrinken zonder je te branden. Als het tijd was voor Joris om weer op zijn vader te gaan passen kreeg Joris een mooie grote bloemkool uit de moestuin en een laatste verstikkende knuffel die, wat hem betrof, eeuwig mocht duren.

Joris en de wolf

Geplaatst: 7 maart, 2015 in Fictie

Een wolf kom je niet zo vaak tegen, en dat gold ook voor Joris. Die ene keer dat Joris een wolf tegenkwam was dan ook een bijzondere ontmoeting. Het was op een mooie, zomerse dag toen Joris een vlinder bewonderde die zich net uit zijn pop, die aan de tak van een boom aan een zijden draadje hing, had bevrijd en zijn vleugels zachtjes wiegend in de zon droogde. Op het moment dat de vlinder, waarvan we de soort niet weten, wilde wegvliegen werd hij gegrepen door een hongerige witbrauwlawaaimaker die het arme dier oppeuzelde. Het enige wat er van de vlinder overbleef waren de gekneusde vleugeltjes die naar beneden dwarrelden zonder ook maar éénmaal te hebben kunnen uitslaan.

butterfly-and-wolfJoris was nog onder de indruk van dit tafereel toen hij een stel konijnen zag die in de beschermende schemerschaduw van het struikgewas zaten te knagen aan het gebladerte van paardenbloemen en ander groen waar konijnen dol op zijn. Op dat moment zag Joris de wolf. Even dacht Joris dat hij het smakelijke hapje was die de wolf wilde opeten. De wolf maande Joris om heel stil te blijven. Joris haalde opgelucht adem toen hij zag hoe de wolf naar de konijnen sloop. Voor ook maar een van de konijnen met luid gestamp kon waarschuwen voor het naderende onheil greep de wolf het vetste konijn. ‘Smakelijk eten,’ zei Joris tegen de wolf alvorens hij zich eerbiedig en opgelucht uit de voeten maakte.

“Er is een wolf in de buurt gesignaleerd,’ waarschuwde de vader van Joris toen hij thuis kwam voor zijn dutje. Joris vertelde zijn vader dat hij de wolf had gezien. ‘Dan had hij je allang opgepeuzeld,’ lachte zijn vader en gaf Joris een draai om zijn oren. “Misschien heb ik het me wel verbeeld,’ zei Joris bedremmeld en hoopte zo zijn straf te ontlopen. Maar de pappa van Joris liet zich niet voor de gek houden: ‘Na het eten en de afwas meteen naar bed.’

Die nacht viel Joris huilend in slaap. Hij droomde van vlinders met wolventanden, konijnen met vlindervleugels en stampende witbrauwlawaaimakers. Ze vraten elkaar op tot er niets meer van hen over was. Zelfs geen belevenis die Joris kon navertellen.

Joris en de vondeling

Geplaatst: 4 maart, 2015 in column, Fictie

Het moet na middernacht geweest zijn, toen Joris gewekt werd door piepgeluiden. Joris deed het slaapkamerraam eens open om te kijken wie of wat hem gewekt had. Op de stoep zag hij iets wat zijn aandacht trok. Joris rende naar beneden en deed de voordeur open. Op de stoep zag hij een nest met een kuikentje erin, met daarnaast een keurig gestrikt bosje maden en wormen die er lustig op los kroelden om zich uit hun benarde positie te verlossen. Blijkbaar had iemand een kuiken te vondeling gelegd.

Joris wond er geen doekjes om en kweet zich meteen van zijn taak; hij bracht het nest en de wormen en maden meteen naar zijn slaapkamer onder de warme dekens en voerde het hoopje dons wormen en maden tot het in slaap viel. Joris kroop daarna voorzichtig in bed om op het kuikentje te passen.

Smoking_boy_with_ChickenDe volgende ochtend werd Joris wakker van het gepiep onder zijn dekens: ‘Honger!’ Joris gaf het vraatzuchtige baasje wormen en maden tot ze allen op waren. Het kuiken piepte nog steeds en Joris dacht even na: ‘Misschien dat hij gehakt lekker vindt.’ En zo geschiedde, het kuiken was dol op gehakt, ook al was het het goedkoopste varkensgehakt uit de ALDI. Na een paar dagen at het snelgroeiende kuiken balletjes gehakt ter grootte van soepballetjes.

10 dagen later was het kuiken zo groot geworden dat hij Joris uit zijn bedje drukte; voor Joris was geen plaats meer. Joris sliep daarom maar op de grond. Het kuiken piepte nu ieder uur om een flinke gehaktbal waardoor, ondanks dat het goedkope gehakt was, de bodem van de spaarpot van Joris in zicht kwam. Kortom, Joris begon zich zorgen te maken over hoe hij het kuiken verder moest opvoeden: ‘Misschien nog een krantenwijk erbij?’

Maar die nacht hoorde Joris getik aan de voordeur. Joris keek door het slaapkamerraam en zag een vogel met zijn snavel tegen de deur tikken. Joris realiseerde zich dat dit wel eens een van de ouders van het kuiken zou kunnen zijn. Joris deed de deur open. ‘Koek..koek,’ zei de vogel. ‘Mama!’, riep het kuiken en rende de trap af naar beneden. Het kuiken vloog zijn moeder in de armen.

Een beetje verbouwereerd ruimde Joris de slaapkamer op. Enkele vuilniszakken met ontlasting, veren, dons en ander, niet nader te benoemen troep later was de slaapkamer van Joris weer opgeruimd. In ieder geval kon Joris nu weer in zijn eigen bedje slapen. Joris viel in een diepe slaap en droomde hoe iemand aanbelde en hij de deur opendeed. Er stond een moeder op de stoep en Joris vloog haar in de armen.

Toen Joris de volgende ochtend wakker werd was hij nog steeds moe van alle drukte van afgelopen nacht. Hij dacht nog even aan zijn droom en voelde zich daardoor een beetje verdrietig, maar dat schudde hij vlug van zich af; dromen zijn immers maar bedrog.

Joris en de onweersbui

Geplaatst: 2 maart, 2015 in Fictie

parapluJoris vond onweer niet eng, integendeel, als het onweerde ging Joris het liefst even naar buiten om de lichtflitsen te bewonderen. Op een avond hoorde Joris gerommel in de verte. Onweer! Even later hoorde Joris de hagelstenen op het dak kletteren. Joris deed vlug zijn regenjas aan en rende in zijn pyjamabroek naar buiten om het natuurgeweld te kunnen bewonderen. Maar het hagelde en regende zo hard dat het zelf Joris te gortig werd. Gewapend met de paraplu van zijn vader probeerde Joris het nog eens en met resultaat, voor zover het weer het toeliet kon Joris de bliksemschichten en de donderklappen nu op zijn gemak buiten bewonderen.

Op zeker moment zag Joris een felle flits, vergezeld met een oorverdovende klap die zijn oren deed piepen. Joris vloog door de lucht en viel met een harde klap op de stoep; de bliksem was ingeslagen op de paraplu van de pappa paraplu2van Joris! Een beetje verfomfaaid en duizelig krabbelde Joris overeind. Hij zag meteen wat er met de paraplu van zijn lieve pappa aan de hand was. Het topje van de paraplu, ook wel ‘ferrule’ genaamd, rookte nog na en leek het meest op een uitgedroogd stuk zoethout dat tot op het bot was afgekloven. Kortom, de paraplu was helemaal kapot.

Toen Joris weer in bed lag, werd hij een beetje verdrietig, omdat de paraplu van zijn lieve vader kapot was. Hoe kon hij dit goedmaken? Joris besloot niets te zeggen en van zijn spaarcentjes een identieke paraplu te kopen. Nog nagenietend en met een gerust hart viel Joris in slaap, want zo’n belevenis mag wel een parapluutje kosten.

 

Joris en de hengst

Geplaatst: 1 maart, 2015 in Dingen van de dag

Boer Geert had een paard, wat voor paard weet niemand behalve dat het een hengst was. Je kon dat zien aan de roede van het edele dier diejorispaard zo nu en dan als een periscoop uitschoof om het gras eens te inspecteren. Joris verbaasde zich altijd over dit verschijnsel, mede omdat het paard volledig onverschillig leek over zijn schaamteloze vertoning en zich helemaal niet druk maakte. Sterker nog, op een goede dag keek het dier, terwijl hij zijn zaakje uitrolde, hem recht aan. Het paard trok zijn periscoop terug en wandelde naar Joris. Onze jonge held voelde zich betrapt: ‘Sorry paard, ik zal nooit meer kijken.’ Het paard brieste even en schudde zijn hoofd en manen alvorens het naar een plek in de wei wandelde waar het gras groener was.

Die avond, het was al bedtijd, vroeg Joris zich af of hij, later als hij groot was, zijn piemel ook zo zou kunnen uitrollen, zomaar zonder reden, of misschien als hij verliefd was op een meisje. Misschien dat hij later, als hij getrouwd was, zijn piemel iedere avond voor zijn vrouw zou uitrollen om zo kinderen te maken. Joris dacht even aan zijn lieve vader en stelde zich voor hoe hij verwekt werd. ‘Je moet wel heel veel van kinderen houden om seks te willen hebben,’ dacht Joris wijs voor hij in slaap viel.