Eind 1998 stopte ik met roken. Van gemiddeld een pakje zware Van Nelle per dag naar niks. Stoppen met roken is een gruwel. Bij mij duurde het 3 maanden voor het verslavingsleed achter de rug was. 3 maanden lang snakken naar een sigaret, die je dan niet opstak. Golven van overweldigende trek die ik moest weerstaan. Maar ik zette door, en ik rook niet meer. ‘Hoewel ik er nog regelmatig een opsteek in mijn dromen en me bij het wakker worden soms afvraag of ik nou gestopt ben of niet?’
En gisteren keek ik naar een aflevering ‘Andere Tijden’ via uitzending gemist. Het ging over het destijds door mij gehate Stivoro en hun acties om het ongestoorde roken te verhinderen. Ik voelde de weerzin die ik had tegen Stivoro. En ik voelde melancholiek. Ik miste mijn sigaret.
Onbezorgd roken op de middelbare school, toen ik nog Samson (nee niet Samsom) rookte en iedereen vond dat ik zou moeten overstappen op Drum, want Drum is pittig en halfzwaar. Ik weet nog dat, als ik zat te zuipen, Samson te licht vond en dat ik daarom dan zware Van Nelle rookte, om uiteindelijk definitief over te stappen op zware Van Nelle.
Ik vond het destijds allemaal wel stoer en interessant. Als ik het allemaal over mocht doen zou ik het waarschijnlijk precies weer zo doen. Dat voelde ik gisteren heel duidelijk. Blijkbaar mis ik de tijd dat ik lekker zat te paffen en Stivoro van mij mocht sterven.