Archief voor de ‘Poëzie’ Categorie

Het verlossende niets

Geplaatst: 10 februari, 2014 in Poëzie

dan verlang ik naar de dood eenzaam
van god verlaten koud
berooid zoekt mijn hand om een hap
een kruimel brood om leegte te vullen
is hier niet
en nooit geweest
mag ik sterven hier
en me nu laven
het verlossende niets
eindelijk mijn dorst gelest
treur niet herinner niet
vergeet wie ik was
was je handen in onschuld
aan jou lag het niet
aan mij heeft het nooit gelegen

dan verlang ik naar de liefde onaanraakbaar
verwrongen tot ziekelijk kwijlen
beelden pervers om leegte te verhullen
een natte vlek in mijn broek
een zucht zonder handen
laven aan de leegte
mijn dorst gelest
nu wil ik dood
het verlossende niets
vergeet wie ik was
was je handen in onschuld

Dagdroom

Geplaatst: 24 januari, 2014 in Poëzie

Ik sta achter je,
sta in de rij,
staar naar je kont,
was je maar van mij.

Een nachtje maar,
dagdroom ik dan,
ik krijg een stijve,
ik schrik er van.

Je kijkt even om,
je ziet dat ik bloos,
je lacht me toe,
ik voel me hulpeloos.

Dan reken je af,
ik ben aan de beurt,
je doet net alsof,
er niets is gebeurd.

Je ben zo lief,
vertelt ze me dan,
ze geeft een knipoog,
en ik geniet er van.

We lopen samen,
we willen een kind,
en genieten van de liefde,
dat ons samen bindt.

Dan schrik ik wakker,
onderweg op mijn fiets,
schud mijn dagdroom af,
want met de liefde en ik,
wordt het echt niets.

Naar de hoeren

Geplaatst: 23 januari, 2014 in Poëzie

Het was al 20 jaar geleden,
dat zijn vrouw was overleden,
en hij zijn heil zocht bij een prostituee.
Eens per maand kreeg hij de kriebels in zijn broek,
en ging hij bij een hoer op bezoek,
zo kwam hij aan zijn gerief.
Natuurlijk had hij een voorkeur,
en stond hij het vaakst aan haar deur.
Maar nu is haar deur gesloten,
want ze heeft in al haar wijsheid besloten:

Ik ga iets anders doen,
na 20 jaar hoereren, mag ik wel met pensioen
.

Eens per maand krijgt de man de kriebels in zijn broek,
en krijgt zijn geslacht zijn rechterhand op bezoek,
en fantaseert de man over een lang vervlogen tijd,
dat zijn vrouw nog leefde, het was zo’n hete meid.

Van de wijsheid en dan de dood

Geplaatst: 14 januari, 2014 in Poëzie

Wanneer ik roep en de echo antwoordt,
in stilte weet dat je bent vermoord.
Het is zover, de tijd verbrandt,
mijn geheugen, mijn verstand.

Nu leer ik wat ik al wist,
dat het al voor me was beslist.
Het is een komen en een gaan,
van eenieders aards bestaan.

Mijn wanhoop schreeuwt en het wordt schor.
Ik wil het weten, maar het verstand verkruimelt, droog en dor.
Allang vergeten, wat ik wilde weten.
Vergeten wat ik al altijd al wist,
in de verte versluierd, achter een opkomende mist.

Mijn verlosser komt er aan.
Het is een komen en een gaan,
van eenieders aards bestaan.
En tot stof wil ik vergaan.

Van de wijsheid en dan de dood,
kies ik dood.

 

En wie doet de afwas?

Geplaatst: 12 januari, 2014 in Poëzie

Mijn vrouw ligt steeds voor me klaar,
met haar benen wijd wacht ze daar.
Ver van huis en heel dicht bij,
waar dan ook, ze is bij mij.
Want ze gaat altijd met me mee.
Ze spreekt nooit tegen, is heel gedwee.
Niemand weet van haar bestaan,
ze is onzichtbaar, heeft zelfs geen naam.
Ik zie u denken, wat is dat nou,
waarom heb ik geen willige, stille, volgzame, onzichtbare vrouw?
Misschien is dat omdat u niet alles weet,
dat mijn geliefde wel een naam heeft, en opblaaspop heet.
Hoewel mijn pop het heel goed doet,
had ik liever een echte vrouw ontmoet.
Want de afwas moet gedaan,
en hoe hard ik haar ook oppomp, het blijft er staan.

Morgen stop ik

Geplaatst: 9 januari, 2014 in column, Dingen van de dag, Poëzie

En toen werd ik wakker, met hoofdpijn en een droge mond,
en dronk een slokje water, ik voelde me ongezond.

‘Vanaf nu nooit meer drinken,’ nam ik me stellig voor,
draaide me nog eens om, en sliep onrustig door.

Vanmorgen werd ik wakker, en voelde me al wat beter,
nam als ontbijt een kopje koffie, ik ben niet zo’n grote eter.

Dacht even aan vannacht: ‘Het viel toch best wel mee,’
was het alweer vergeten, mijn kater en mijn wee.

Nu is het alweer middag, ik heb een droge mond,
en wordt ietwat onrustig, het voelt zo ongezond.

Ik neem een slokje wijn,  daar knap ik zo lekker van op,
en natuurlijk een paar extra glaasjes, omdat ik morgen stop.

Ja, zo word ik honderd

Geplaatst: 4 januari, 2014 in Poëzie

Lig languit in het gras, rietje in mijn mond,
En de zon schijnt lekker, ik voel me zo gezond.
Glaasje groentesap, dan wat Chinese thee,
Ja, zo word ik honderd, misschien wel honderdtwee.

De buren vieren feest, ik snap echt niet waarom.
Het kost je levensjaren, ze zijn zo oliedom.
Ik lig heel stil in bed,
maar baal wel een klein beetje, want de buren hebben pret.

Eventjes aankloppen, of het rustig kan.
Ze zeggen: ‘kom toch binnen, en neem het er eens van.’
Zo zit ik nu te drinken, van een glaasje bier,
en ik moet toegeven, ik heb wel wat plezier.

Maar morgen ga ik vasten, en drink Chinese thee.
Want dan word ik honderd, misschien zelfs honderdtwee.

Nauwe steeg

Geplaatst: 3 januari, 2014 in Poëzie

Dan is er steeds die nauwe steeg,
waar ik door moet, ik voel me leeg.
Dan krijg ik honger, heb ik dorst,
wil ik warmte, ik zoek je borst.
Maar er is niets, het is benauwd.
een woestenij, toch voelt het koud.
Ik steek mijn hoofd diep in mijn jas.
Ik verstop me en versnel mijn pas.
Dan ben ik thuis, de deur op slot,
de kachel warm, ik voel me rot.
Want ik wil warmte, ik heb dorst,
ik wil me laven, aan je borst.
Hoezeer ik ook naar jou verlang,
ik ben alleen en altijd bang.
Moeder, moeder, waarom ben je er niet?
Ik heb je nodig, ik heb verdriet.
Is er niemand die van me houdt?

Vampierseks

Geplaatst: 4 december, 2013 in Poëzie

Ik keek naar dat wijf,
iets ontnam me het zicht.
Zweet op haar lijf,
glinsterde in het licht

De maan was vol,
en ze schreeuwde het uit.
Het maakte me horendol.
Er groeiden haren op haar huid.

Ik keek naar haar tanden,
wit met druipend kwijl.
Ze wilde me aanranden,
en dat vond ik wel geil.

Ze beet in mijn nek,
dat hoort er zo bij.
Ik vond het een te gek,
en zalig vrijpartij.

En zo werd ik haar bezit.
Er was bloed om haar lippen,
en het droop van haar gebit.
Het was lekkerder dan wippen.

Nu moet ik voor eeuwig leven,
en heb het niet zo slecht,
maar u moet mij nu vergeven,
anders bederft mijn tussengerecht.

Stil verlangen

Geplaatst: 3 december, 2013 in Poëzie

Ik wil omhoog en klauter door.
Er is een lichtpunt,
door mijn ogen gevangen.

Naar het lichtpunt,
is een stil verlangen,
die ik koester en verzorg.

Nu kan ik klimmen,
nu kan ik vechten,
en ik ga omhoog.

De wanden zijn glad,
het slijk is glibberig.
Naar het lichtpunt,
zet ik door.

Ik glij terug,
en kom terecht,
waar ik begon,
met mijn gevecht.

Er is een lichtpunt,
een stil verlangen,
die ik koester koester en verzorg.

Tot ik kan klimmen,
tot ik kan vechten.
Dan ga ik omhoog,
naar het lichtpunt.

Het houdt me gevangen,
het doet me verlangen,
maar val terug,
Waar ik begon,
met een stil verlangen.