Vannacht sliep ik niet lekker. Mijn hoofd maalde en ik kon mijn hart horen kloppen. Mij is wel eens verteld dat als je je hart kan horen kloppen, je hart het nog doet. Uiterst geruststellend, maar dat gebonk in mijn oor houdt me wel wakker. En omdat ik wakker lig denk ik aan bekende doodsoorzaken zoals prostaatkanker, darmkanker, longkanker en beroerte. Mijn hart bonkt iets harder en sneller nu. Ik keer mijn oververhitte kussen, om mijn hoofd wat af te koelen. En misschien hoor ik dat gebonk in mijn oren dan niet meer.
“Misschien bonkt mijn hart zo hard door het klimaat dat maar niet verandert ondanks dat klimaatdrammers het tegendeel beweren. Misschien wil men meer groen dan mijn hart aankan. Misschien ligt het aan het geleuter over stikstof.”
Mijn hart begint nog harder te kloppen: “Bonk, bonk, bonk!” Klimaatneutraal wordt me teveel. Visquota worden me teveel: “Stikstof!”
Ik draai me nog eens om. Draai de koele kant van het kussen om: “Mijn prostaat, mijn longen, mijn darmen. Ik poep en adem wel, maar hoelang nog?”
Mijn zorgen over boeren, tuinders en vissers kan ik niet meer aan. Ik hoor de sirenes van de ambulance. Ik voel een kille stethoscoop op mijn borst: “U heeft een paniekaanval mijnheer en u hyperventileerde.”
Ik krijg een dosis valium toegediend, kalmeer en kom tot rust. Over een paar dagen zal ik me weer beter en strijdbaar voelen.
Ik heb maar een afspraak met de dokter gemaakt voor een check-up. Want ik ben bijna 60 en moet de realiteit, hoe vervelend ook, onder ogen durven zien. Voorkomen is beter dan blussen nietwaar?