Pria keek toe hoe generaal Dro Smo tot poeder verpulverde. Toen hij de bliksem uit de speer zag en Dro: “In naam van Ka!”, hoorde roepen wist hij dat er een nieuwe, machtige god was. Dat het om dode Ka in de kar en om de gedode delegatie ging.
Generaal Dro stormde de tempel binnen en zag Pra knielen en buigen: “In naam van Ka,” prevelde Pria. Dro richtte zijn speer op Pria maar er verscheen geen bliksem. Blijkbaar had Pria zich bekeerd voor er ook maar een klap uitgedeeld was. De andere priesters reageerden in paniek en schreeuwden iets over de voorouders. Dro’s speer bliksemde en alle andere priesters verpulverden tot poeder.
Kruipend en prevelend begaf Pria zich naar Dro en zijn gezellen: “Ik ben niet waardig, ik ben niet waardig.” Dro ergerde zich aan het gekruip van Pria en wenste dat zijn speer hem had verpulverd maar blijkbaar had Ka andere plannen voor Pria. “Verbrand alle boeken en alle andere zaken die de voorouders en andere goden aanbidden.”
Pria verbrandde de boeken, maakte alle beeltenissen stuk en vertrapte de relikwieën tot de tempel geheel ontdaan was van alle ketterij. Twee dagen en twee nachten duurde het karwei. Dro keek Pria aan. “Jij gaat het boek van de werken van Ka schrijven,” zei Dro in een opwelling. “In naam van Ka,” mompelde Pria, “in naam van Ka!