Aardappels voor Friezen

Geplaatst: 22 september, 2018 in Blog, column, Herinneringen

Mijn vader schilde iedere dag de aardappels. En dat moesten Borgers zijn. Iedere dag peuterde hij spruiten uit de kraters van de aardappels. Zijn tong drukte dan tegen de binnenkant van zijn linkerwang. en maar schillen en maar peuteren. “Borgers zijn de beste aardappels,” zei mijn vader altijd. Van bintjes moest hij niets hebben: “Je kan de Eiffeltoren in die glazige dingen zien. Hollanders hebben geen verstand van aardappels.”

Een paar weken per jaar schraapte mijn vader de aardappels. Want dan waren de Borgers ‘nieuw.’ Schraap, schraap, schraap, met het puntje van zijn tong tegen zijn wang. Met het allergoedkoopste aardappelschilmesje uit de Aldi. En maar peuteren in die kraters. En na gedane arbeid mochten de aardappels rusten in een pannetje water dat de aardappels op de millimeter bedekte. Ook dat stak nogal nauw.

Mijn moeder kookte de aardappels in een speciale, dubbele pan waarin je de aardappels kon stomen. Helaas was mijn moeder nogal kwistig met het zoutgebruik. Ze strooide minstens een eetlepel zout over de Borgers. Ze had een stenen zoutpot met een houten lepel erin. Soms, als je een aardappel opat, proefde je een klont zout. En als je daar dan wat van zei werd mijn moeder boos: “Iedere dag ben ik druk met ‘bla bla, enz, enz’ en wat krijg ik als dank?” Dan hield je je mond verder maar.

Wij aten Borgers; bloemige aardappels die vette jus opzuigen als een uitgedroogde spons. Waar meer zout op zat dan de wekelijkse toegestane hoeveelheid. Echte Friezen willen niet anders. Ik zal wel geen echte Fries zijn.

Plaats een reactie