Ik zocht even om woorden om het gedrag van een stel korpsballen die een sushitent sloopten te verklaren. Witte kwajongens met een stropdas schijten op alles en iedereen en komen er, nadat ze door de politie werden aangesproken, gewoon mee weg.
Over een aantal jaren zal dit vernielzuchtig schorem banken besturen, de politiek ingaan en een goedbetaalde functie in de zorg bemachtigen. Dit schorem gaat na de studiejaren beslissingen nemen over uw en mijn financiën, uw en mijn gezondheid, kortom uw en mijn levensloop.
Ik vroeg me vaak af hoe bankiers, politici en andere personen die u en mijn leven voor een groot deel bepalen, zo ontstellend hardvochtig kunnen zijn naar mensen die om welke reden dan ook niet rond kunnen komen. Geen baan kunnen vinden. Zich niet kunnen redden in de maatschappij. Gehandicapt zijn. Maar nú weet ik het.
Tweehonderd vindicators besluiten een tent te slopen. Omdat dat kan. Omdat ze weten dat ze, na een vermanend woord van goedlachse agenten te hebben moeten aanhoren, ermee wegkomen. Geen celstraf, geen boete, geen strafblad, niets. En die les zal zal de vindicator bijblijven.
Fuck het volk en sloop de sushi-tent. Want wij zijn Vindicat atque Polit!
[…] – Eerder verschenen bij Defrysk. […]