Er waren dagen dat Joris bang was en in een hoekje zat. Hij durfde dan niet naar buiten: ‘Iedereen lacht me uit, iedereen haat me.’ Dit terwijl niemand Joris opmerkte. Joris werd, ondanks dat hij te dik was, niet kon voetballen en niet goed kon meekomen tijdens de les genegeerd.
Joris leek niet te bestaan, had geen vriendjes, hij werd zelfs niet gepest. Joris durfde zijn lieve vader niet te confronteren met dit gegeven. De vader van Joris was een gevoelig mens, stel je voor dat hij van schrik weer zou gaan drinken, dat kon Joris zijn vader niet aandoen.
Joris droomde daarom ’s nachts van helden als Prins Valiant. Joris was dan de prins die Aleta redde van Donardo. Aleta was dan helemaal verliefd op Joris.Joris knuffelde en bedolf zijn hoofdkussen dan met zoenen, omdat zijn hoofdkussen het willoze troostmeisje van Joris was. Joris bofte maar met zoveel inlevingsvermogen.