Als gehypnotiseerd staarde Siep naar het vuur. Siep probeerde zijn ogen zo lang mogelijk open te houden opdat zijn oogvocht een caleidoscoop van warme kleuren voor hem zou maken. Na een minuut sloot Siep zijn ogen om de kleuren te laten sudderen in zijn geest. De caleidoscoop biggelde langs Sieps gloeiende wangen naar beneden en stroomde als zout water in zijn mondhoeken. Siep was volmaakt gelukkig, zijn tijd stond even stil. Siep keek en luisterde naar het vuur en nam de warmte in zich op. Toen voelde Siep een een hand op zijn schouder. Siep hoorde de kille stem van een agent: ‘Meekomen.’ ‘Nog heel even,’ smeekte Siep. ‘Vooruit maar,’ antwoordde de agent, ‘tenslotte zijn we allemaal een beetje pyromaan.’
Advertenties